Larynxmanipulatie

Wat is larynxmanipulatie?
Larynxmanipulatie is een therapievorm, die voornamelijk wordt gebruikt bij stem- en slikstoornissen. De larynx bestaat uit veel botten, kraakbeen en spieren. Al deze structuren zijn verbonden met elkaar en zitten onderling aan elkaar vast. De larynx hangt los in de hals en wordt op zijn plek gehouden met spieren en botten zoals het borstbeen, schedel, onderkant en de wervels in de nek. De stand van de larynx is zeer bepalen voor de spanning in de spanning van de spieren, wat kan leiden tot klachten op het gebied van de bewegelijkheid van de larynx. Dit kan zorgen voor stem- en/of slikstoornissen.

Bij welke klachten kan er larynxmanipulatie plaats vinden?
Stemproblemen: Doordat de bewegelijkheid van de larynx beperkt is kan het kan voorkomen dat een stemprobleem ontstaat. Vaak heeft de patiënt dan ook last van pijn in de nek, de keel en/of de rug. Hiernaast is de houding van het zitten en staan vaak incorrect. Hoofdpijn is hierbij ook een veelvuldig voorkomende klacht.

Slikproblemen: Bij het slikken moet de larynx kunnen stijgen en dit kan worden beperkt door te veel spanning in bepaalde spieren.

Globusgevoel in de keel: Hierbij heeft men het idee dat er iets in de keel zit, maar de kno-arts tijdens het onderzoek niets afwijkend zien. Vaak is in dit geval de spierspanning verstoord en is de patiënt is geneigd veel te hoesten en schrapen, waardoor het probleem meestal alleen maar erger wordt.

Problemen t.g.v. een CVA (hersenbloeding): Door een hersenbloeding kan het zijn dat de spieren niet meer juist functioneren. Hierdoor kan de spanning in de spieren van de hals afwijken waardoor een probleem met de toonhoogte van de spreekstem kan ontstaan.

Wat doet een logopedist bij een larynxmanipulatie?
De logopedist palpeert als eerste de structuren om de mogelijkheden van de benige structuren en de spanning van de spieren na te gaan. Hierdoor komt de logopedist erachter waar de problemen ontstaan en hoe bewegelijk de spieren zijn. De logopedist zal de structuren manipuleren en masseren totdat deze in de normale stand staan. Dit lukt soms de eerste keer, maar meestal moet de patiënt een paar keer terug komen, voordat de normale beweeglijkheid is bereikt.

Hiernaast krijgt de patiënt oefeningen mee, die thuis gedaan moeten worden om de beweeglijkheid te behouden. Ook zal de patiënt een juiste houding moeten aannemen om overbelasting van bepaalde spieren te voorkomen.